Zelf vragen bedenken: Schoonheid – Rogi Wieg

Voorbereiding:

 -          Waarom wou ze hem informeren over haar liefdesleven?

 -          Wie is ze?

 -          Waarom was hij niet op zijn gemak als hij toch niets met het meisje had?

 -          Waarom wou het meisje hem op de hoogte stellen dat ze met zijn vriend geslapen had?

 -          Wie liegt: het meisje of S.?

 -          Waarom luistert hij met gesloten ogen naar het vioolspel van S.?

 -          Waarom was hij geen voorstander van filosofie?

 -          Waarom zei hij dat hij hele stukken van Plato uit zijn hoofd kent als hij geen voorstander is van filosofie?

 -          Waarom wilde S. laten zien dat hij was geslaagd en de ander had gefaald als zij zo'n goede verstandhouding hebben?

 -          Hoezo: "voor hem zou ze onherroepelijk vallen"?

 -          Wie is “ik”?

 -          Wie is “S.”?

 -          Wie is het Indiase meisje?

 -          Waarom mogen we als lezer de namen van de personages niet weten?

 -          Hoe goed kent het hoofdpersonage die Indiase?

 -          Waarom belt de Indiase naar het hoofdpersonage?

 -          Waarom liegen ze over Plato?

 -          Waarom belt het hoofdpersonage naar S?

 -          Hoe kennen S. en het hoofdpersonage elkaar?

 -          Titel?

 -          Is het verhaal echt gebeurd?

 -          Is het drinken van de whisky een ritueel? En waarom dan?

 -          Waarom liegen de mannen over Plato?

 -          Staat eerlijkheid wel hoog in het vaandel?

 -          Waarom gaat de Indiase uit met S, als ze weet dat het hoofdpersonage (met wie ze al op date is geweest) en S. vrienden zijn?

 -          Hoe erg is het hoofdpersonage met eerlijkheid bezig?

 -          Voor wie kiest de Indiase?

Hamvragen

1.       Hoe’n goede vrienden zijn S en ik, als S. naar het hoofdpersonage belt om op te scheppen en ze tegen elkaar liegen?

We denken dat de twee wel een goede verstandhouding hebben. We denken wel dat het hoofdpersonage meer geheimen heeft voor S. dan andersom. ZE zijn niet helemaal eerlijk tegenover elkaar (het hoofdpersonage liegt over zijn kennis van Plato en S. verzint zijn hele leven bij elkaar). Toch lijken ze op bepaalde vlakken (filosofie en muziek) een heel goede verstandhouding te hebben. Als S. inderdaad met de Indiase heeft geslapen, valt de vriendschap wel in twijfel te trekken. Wie slaapt er immers met iemand waar zijn beste vriend wel een oogje op heeft?

2.       Wie liegt er en waarom?

Het zou kunnen dat S. liegt, hij zou dit volgens ons doen ‘om beter te zijn’ dan het hoofdpersonage.  De Indiase was eerst ook uit geweest met het hoofdpersonage, wat zou kunnen wijzen op gevoelens voor hem, toch zou ze daarna in bed duiken met een goede vriend van hem?

Wij denken echter dat het waarschijnlijker is dat de Indiase liegt, ze belt volgens ons uit schuldgevoel naar het hoofdpersonage. Ze wil niet overkomen als een slet die eerst met de ene uitgaat en dan met een van zijn beste vrienden in bed duikt. We kunnen ons ook de vraag stellen of ze wel verliefd was op het hoofdpersonage, anders zou er volgens ons een tweede date gevolgd hebben of zou ze zelf toch signalen hebben gegeven aan het ‘ik’.

Het lijkt ons ook niet helemaal geloofwaardig dat (we gaan er vanuit dat S. graag seks wou met de Indiase, omdat hij dat zei) een meisje een hele nacht naast een jongen slaapt als hij iets probeert, maar dan wel nee blijft zeggen en toch blijft liggen. Het lijkt ons geloofwaardiger dat als S. stappen heeft ondernomen om de Indiase te versieren, ze of zou vertrekken of zou ingaan op zijn avances. Aangezien ze heeft toegegeven dat ze daar de nacht heeft doorgebracht, gaan we uit van het tweede. Ook zou ze volgens ons niet zijn blijven slapen als ze S. gewoon als een vriend zag en zeker niet als ze gevoelens heeft voor het hoofdpersonage.

3.       Hoe belangrijk is eerlijkheid?

Wij denken dat eerlijkheid niet zo belangrijk is in de vriendschap tussen S. en ik. Ze doen heel vaak alsof en zijn volgens ons meer bezig met elkaar imponeren (vandaar ook het telefoontje) dan met eerlijk te zijn tegen elkaar. Omdat ze zo’n andere types zijn, willen ze hun imago naar de andere versterken (vb. door te filosoferen, met muziek bezig te zijn, …)